[rev_slider_vc alias=”slider22″]

Waarom “Een kast vol troost” op onze school?

-Boodschap van Manu Keirse:

“Ook een school heeft een opdracht op dat vlak, als de school tenminste wil voorbereiden op het leven.”

-Regelmatig krijgen kinderen te maken met verlies, verdriet, situaties waarin ze troost kunnen gebruiken.

-Het idee is ontstaan in maart 2005, toen juf Leen een eerste bijscholing volgde over “Koffer vol troost” van Coda.

-Je vindt uiteraard boekjes in de bib, je kan een koffer ontlenen bij Coda,

maar dan moeten de koffer/de boekjes beschikbaar zijn en na drie weken, moeten ze terug naar de bib/naar coda.

Als je dan weet dan kinderen vaak later met hun rouwproces beginnen,

als hun omgeving een beetje op zijn plooi is, weet  je eigenlijk nooit van tevoren, wanneer het kind het materiaal nodig heeft.

Hoe zijn we te werk gegaan?

-We hebben “De koffer vol troost” van Coda ontleent.  De leerkrachten konden de materialen bekijken en aanduiden op een lijst welke boeken, materialen ze interessant vonden.

-Zo ontstond ons eerste verlanglijstje.

-Met dit verlanglijstje trokken we naar onze ouderraad, en zij wilden

dit project steunen en maakten er zelfs een permanent project van, dit wil zeggen, dat “kleinere” aankopen, zoals materialen die op geraken, een nieuw boek dat verschijnt, steeds aangekocht mag worden.

HIER ZIJN WE HEEL BLIJ MEE! BEDANKT OUDERRAAD!

Op deze manier wordt “De kast vol troost” eigenlijk ondersteund door alle

ouders, die hun steentje, op de één of andere manier,  bijdragen aan de activiteiten van de ouderraad. Knap toch!

Evolutie in “De kast vol troost”

-In het begin hadden we, net zoals bij Coda, een koffer vol troost. Deze zat veilig in de kast, in de hoop hem zo weinig mogelijk nodig te hebben… Leerkrachten wisten het materiaal staan en maakten er gebruik van als zij vonden dat een leerling er behoefte aan had.

-Op de, terechte, vraag van de ouderraad,

-De doos werd echter te zwaar en we wilden de materialen beter kunnen opsplitsen in verschillende thema’s. Zo kwam onze eerste “Kast vol troost” tot stand, maar deze stond nog steeds in het leerkrachtenlokaal.

-Nog later, verhuisde de kast naar de gang in de lagere school en werd ze toegankelijk gemaakt voor de leerlingen van de lagere school. Daarvoor hebben we een uitleensysteem.

Elk schooljaar nodigen we de leerkrachten terug uit, om met hun klas nog eens naar de kast vol troost te gaan en het uitleensysteem nog eens uit te leggen, of de afspraken hieromtrent te herhalen.

-De kast vol troost is door de jaren heen uitgebreid met boeken over verschillende leer- en ontwikkelingsstoornissen. Boeken zowel voor kinderen en volwassenen.

Ook hiervoor kregen we weer een extra budget van onze ouderraad.

Op vraag van onze ouderraad, voorzien we nu ook een item op onze website.

Tips bij het gebruik van boeken

*Als je een boek voorleest aan jonge kinderen, lees hem dan eerst altijd zelf. Kan je je vinden in de dingen die vertelt worden of strookt dat niet

met jullie ideeën over dood gaan, verlies, …

*In, vooral oudere boeken, wordt nog vaak gesproken over  “slapen voor altijd” dit is echter uit den boze. Kinderen kunnen daar heel angstig van worden en misschien niet meer durven gaan slapen. Toch kunnen dit ook mooie boeken zijn, en kan je de tekst eventueel aanpassen.

*Vermijd woorden als dood gaan, gestorven zijn, niet.  Benoem de realiteit zoals ze is.

*Let op met de uitspraak: “Moeke is nu een sterretje” voor kinderen is dit allemaal heel vreemd. Bijvoorbeeld, moeke wordt begraven, ligt dus onder de grond, en ineens is ze in de hemel een sterretje. Kinderen gaan vragen stellen over hoe dit allemaal kan.

Als je toch het symbool van ster wil gebruiken, wat op zich wel mooi is, kan je eventueel zeggen, we kiezen een ster voor moeke. En als we die ster zien, denken we aan moeke.

*Niet elke prentenboek is geschikt voor jonge kinderen. Er worden ook prentenboeken gemaakt voor oudere kinderen.  Een voorbeeld hiervan is: “Mare en de dingen. “